Perry

Actief lid
Forum lid
Een ster is een bolvormig hemellichaam, bestaande uit lichtgevend plasma. In sterren is de druk en temperatuur van de inwendige gasconcentratie zo hoog dat er kernfusiereacties plaatsvinden. Daarbij wordt een enorme hoeveelheid energie geproduceerd die door de ster wordt uitgezonden als elektromagnetische straling in verschillende golflengten, waaronder zichtbaar licht. Ook de eindstadia van sterren, de witte dwergen en neutronensterren, waarin de kernfusie tot een einde is gekomen, worden tot de sterren gerekend.

Een ster bouwt in zijn binnenste een zo hoge temperatuur en druk op dat daar kernfusie optreedt. De druk naar buiten, die wordt veroorzaakt door de straling en de deeltjes die worden geproduceerd bij die kernfusie, voorkomt dat de gasbol onder zijn eigen gewicht verder in elkaar stort. In een stabiele ster heerst een evenwicht tussen de buitenwaarts gerichte stralingsdruk en de binnenwaarts gerichte zwaartekracht.

Door deze kernfusie ontstaat uit 2 lichte elementen 1 zwaardere element. Sterren zijn dus de fabrieken in het heelal. Bij fusie van zware elementen komt er geen energie vrij. Dit kost juist energie. Aan het einde van een zware ster zal deze ontploffen (supernova). Hierbij komt zoveel energie vrij dat ook zware elementen zoals metalen kunnen ontstaan.

Zolang de binnenwaartse en buitenwaartse druk gelijk zijn is een ster stabiel. Zodra de Zon al zijn waterstof heeft omgezet in helium zal de buitenwaartse druk toenemen en gaat de zon opzwellen tot een rode reus. Hierbij worden de buitenste lagen afgestoten. Hierna neemt de stralingsdruk af en gaat de zwaartekracht winnen. De zon zal dan inkrimpen tot een witte dwerg.
zon_tijdlijn.jpg


Zware sterren zullen zelfs nog verder inkrimpen. In het geval van een neutronenster (ongeveer 1,5 maal de massa van de zon) is de zwaartekracht zo sterk dat alle atomen bij elkaar 1 enorme atoomkern van 10 tot 12 km zal worden.
Een theelepel neutronenster weegt meer dan 1 miljard ton.

Indien een ster nog zwaarder is zal een kern nog verder instorten. In dat geval word de gehele massa in een 0-punt samengedrukt, wat men een singulariteit noemt.

Omdat de zwaartekracht zo groot word kan zelfs het licht hier niet meer aan ontsnappen. Op de grens van waar het licht nog net kan ontsnappen ontstaat dan een waarnemingshorizon. Het geheel vanaf deze waarnemingshorizon noemen we een zwart gat.
 
Laatst bewerkt door een moderator: