Weetjes Televisie

Van beeldbuis naar flatscreen
De televisie
Nipkowschijf De allereerste televisie (tele-visie betekend letterlijk vertaald ver-zien) was een
elektromechanisch systeem. Dit systeem is in 1884 gepatenteerd door de Duitser P. Nipkow
(1860-1940), waar dus ook de naam van dit systeem vandaan komt.
Het beeld werd gemaakt door een sneldraaiende, cirkelvormige schijf waarin spiraalvormig
een groot aantal gaatjes waren gemaakt. Het uit te zenden beeld word hierbij door een
lichtstraal, komens door de gaatjes in de schijf, af getast.
Elk gaatje in de schijf trekt hierbij een beeldlijn.

Een fotocel achter de schijf zet hierbij de hoeveelheid doorgelaten licht om in een
elektrische spanning. Deze spanning werd hierna uitgezonden en stuurde een lamp aan welke
via de tweede Nipkowschijf het uiteindelijke beeld projecteerde. Op deze manier werd een
resolutie van 16 beeldlijnen behaald, wat later tot 48 beeldlijnen werd opgeschaald.


Beeldbuis In 1927 werd de allereerste volledige elektronische televisie geintroduceerd.

In de beeldbuis word een electronen-kanon gebruikt, welke met een spanning tot
30.000 volt kan werken. Deze electronen-kanon stuurt een straal naar een fosforlaag,
welke daarna op licht.
De Philips TX400 was het eerste commerciële televisietoestel dat Philips maakte
(1949) en had een beeldbuis van 22 cm en een 4-kanalenkiezer. Het zwart-wit toestel
kreeg de bijnaam 'hondenhok'. Met dit toestel werd een resolutie van 625 lijnen behaald.

Op 21 september 1967 werd in Nederland de eerste kleurentelevisie geïntroduceerd.
Voor deze tijd was het beeld zwart/wit.


Breedbeeld Vanaf 1992 begon Phillips met het maken van de eerste breedbeeldtelevisie. Hierdoor
werd de beeldverhouding opgeschaald van 4:3 naar 16:9. Hiermee werd de bioscoop
verhouding op de tv mogelijk.
In 2002 had ongeveer 20% van de Nederlandse huishoudens een breedbeeld tv, eind 2005
was dit al 50%.
Met 576 beeldlijnen was de resolutie nog vrij laag, vergeleken met de huidige resolutie.

LCD en plasma tv Met de komst van LCD- en plasma schermen werden de televisies steeds platter.
Een LCD-scherm bestaat uit 2 glasplaten met vloeibare kristallen (liquid crystal display).
Deze kristallen geven zelf geen licht, maar manipuleren het omgevingslicht of
achtergrondverlichting.
Een plasmascherm werkt volgens het gasontladingsprincipe zoals bijvoorbeeld ook een
tl-lamp werkt. Hierbij geven de pixels (beeldpunten) zelf licht.
Een plasmascherm verbruikt meer stroom dan een lcd scherm. Een groot deel van de verbruikte
stroom word omgezet in warmte.
Een LCD-scherm heeft dus achtergrondverlichting nodig om het beeld zichtbaar te krijgen.
De eerste generatie LCD-schermen gebruiken CCFL-verlichting, welke op een vergelijkbare
manier werken als tl-verlichting.
Met de komst van de zogehete LED-televisies zijn de CCFL-buizen vervangen door LED's.
De voordelen zijn: langere duurzaamheid en energiezuiniger.
Een LED-tv is weer anders dan een LED-scherm, waarbij LED's als pixels worden gebruikt.


Resolutie Met de komst van HD-ready kreeg een beeldscherm 720 beeldlijnen in plaats van 576.
Full-HD heeft zelfs 1080 beeldlijnen. Resolutie full-HD: 1080X1920=2.073.600 pixels,
afgerond 2MP. Momenteel is met de komst van Ultra-HD, ook wel 4k de resolutie nog verder
verhoogd. 1 pixel bij Full-HD word hierbij vervangen door 4 pixels.
Hierdoor word de nieuwe resolutie dus 2160X3840=8.294.400 pixels (8,3MP).

In combinatie met 3-D, gebogen scherm, een groeiend aantal app's en deze hoge resolutie
is dit nog lang niet het einde van de onwikkeling, die ooit met draaiende schijven en een
lamp voor een zwart/wit beeld met 16 beeldlijnen begon.


Bekijk hier het bijbehorende topic.
  • Gepubliceerd
    7 aug 2017
  • Paginaweergaven
    3.160